Edriss Popal (27) vluchtte in september 2015 naar Nederland. In Afghanistan was hij vanwege zijn communistische en atheistische vader en zijn eigen atheistische overtuiging regelmatig doelwit van fundamentalistische moslims. Edriss werd meerdere keren in elkaar geslagen door mensen die zijn overtuiging niet accepteerden. Dat gebeurde eerst in zijn geboortestreek Maidak Wardak.
En daarna in de Afghaanse hoofdstad Kabul waar hij na zijn schooltijd ging wonen en werken voor diverse Amerikaanse organisaties. Het werk voor deze westerse organisaties was fundamentalistische moslims eveneens een doorn in het oog.
Na een vechtpartij tussen hem, een groep vrienden en een groep moslims in een cafe in Kabul waar Edriss openlijk de islam bekritiseerde en zijn ongeloof in welke religie dan ook werd hij gearresteerd en in de beruchte Pul-e-Charkhi gevangenis in Kabul gezet. Dat duurde drie maanden, maar na zijn vrijlating bleek dat zijn zaak niet gesloten was en er opnieuw een arrestatiebevel tegen hem liep. Voor blasphemie, godslatering, en atheisme, overtredingen waarop in het islamitische Afghanistan de doodstraf staat.
Edriss is hier in Nederland nu al meer dan twee jaar in afwachting van een beslssing van de IND. Terug kan hij niet. ‘Dat wordt mijn dood.”